Gelmer Vosburgh

geboren: in Rotterdam; overleden: 19 februari 1697 in Malakka

Functies bij de Compagnie

• Commandeur van Malabar: april 1684 tot juli 1687
• Directeur van Suratte: 1685 tot 1691
• Gouverneur van Malakka: 5 augustus 1692

Biografie

Gelmer Vosburgh is geboren in Rotterdam. Hij kwam reeds in 1657 als wondheler met het schip "Nieuw Rotterdam" voor de Kamer van Rotterdam in Indië en zat van 1662 tot 1663 gedurende 18 maanden als chirurgijn in het land van Assam bij de toen beroemde nawab (vorst) Chanchanna, die op 11 april 1663 in Decca stierf.
In 1666 was hij onderkoopman en negotie-boekhouder in Colombo; Op 22 augustus 1667 werd hij bevorderd tot koopmanen op 25 juli 1671 tot opperkoopman. Op 17 augustus 1676 werd Vosburgh secunde op Malabar. Op 7 september 1679 wordt hij ter assistentie van de gouverneur van Ternate Padtbrugge daarheen gecommandeerd, maar werd 16 september d.a.v. op zijn
verzoek van deze commissie geëxcuseerd. Op 23 oktober 1680 krijgt hij vergunning om naar het vaderland te vertrekken, maar op 4 augustus 1681 wordt hij opnieuw secunde van Malabar. Op 24 november 1683 wordt hij benoemd commandeur van Malabar. Vervolgens was hij van 1687 tot 1692 directeur van Suratte en vanaf 5 augustus 1692 gouverneur van Malakka.
Op 10 augustus 1696 ging hij benoemd als commissaris naar de Coromandelkust als gouverneur maar hij wordt al op 16 september d.a.v. "vermits indispositíe van deze commissie en dat gouvernement geëxcuseerd" en hem wordt toegestaan van Malakka naar Batavia gaan. Maar Gelmer Vosburgh overleed in Malakka op 19 februari 1697. Zijn rouwbord hangt nog in de St. Paulskerk.

Blijkens het doopboek van Malakka was hij gehuwd met Anna Corens; zij komt n.l. daarin tweemaal voor als doopgetuige, 27 Maart 1690 als de huisvrouw van de directeur van Suratte en 17 Juni 1694 als de huisvrouw van de gouverneur van Malakka. Denkelijk zijn Pieter Vosburg, overleden te Cochin op 29 juni 1673 en Cornelis Vosburg overleden aldaar op 13 augustus 1673, blijkens hun nog aanwezige grafzerken, zijn zoons.

Bron

[1] Wijnaendts van Resandt, W., 1944. De gezaghebbers der Oost-indische Compagnie op hare buiten-comptoiren in Azië. - Amsterdam: Uitgeverij Liebaert, 1944. - 316 p., [nl]