Jacob de Bitter
geboren: in Haarlem; overleden: 14 augustus 1609 in Banda
Functie bij de Compagnie
• Landvoogd van Banda: juni 1609 tot 14 augustus 1609 (overleden)
Biografie
In 1601 voer Jacob de Bitter als onderkoopman naar Indië. Vervolgens werd hij in de rang van opperkoopman in de vloot die onder bevel van Pieter Willemsz. Verhoeff op 22 december 1607 onder zeil ging. Het doel was om zo veel mogelijk sterkten van de vijand in handen te krijgen, in afwachting van de vrede met Spanje, welke, naar men hoopte, op den voet van ut possidetis binnen kort zou gesloten worden. De Bitter woonde de vergeefse aanval van de VOC op Mozambique en Goa bij, van welke laatste plaats hij met de schepen ‘Arend’ en ‘Valk’ naar de kust van Coromandel gezonden werd om daar opperkoopman Pieter Gerardsz. Bourgoinge in Masulipatnam met een cargasoen achter te laten (sept. 1608). De Bitter nam in Masulipatnam een in de Molukken gewilde lading kleedjes in. In hetzelfde jaar bereikte hij Bantam, van waar hij in juli 1609 naar Banda vertrok, waarvan hij tot eersten gouverneur benoemd was. Ook Verhoeff richtte met zijn vloot de steven daarheen, want vóór 1 september 1609 moesten de Molukken in handen van de VOC zijn. Dit doel is niet bereikt. Toen de vlootvoogd tegen de wil van de bevolking op Banda een sterkte wilde oprichten, werd hij met 30 anderen, waaronder De Bitter, overvallen en gedood.
Bronnen
[1] Molhuysen, P.C., en P.J. Blok (red.), 1911-1937. Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek (NNBW)
. - Leiden: A.W. Sijthoff's Uitgevers Maatschappij, 1911-1937. [nl]
[2] Valentijn, François, 2003. Oud en Nieuw oost-Indiën, deel III/B. - Franeker: Uitgeverij Van Wijnen, 2003. [nl]