Bernardus van Pleuren

geboren: in Amsterdam; overleden: 1786 in Batavia

Functies bij de Compagnie

• Hoofdadministrateur in Makassar: [1763]
• Landvoogd van Amboina: 8 maart 1775 tot 1785

Biografie

Bernardus van Pleuren was van 1775-1785 landvoogd van Ambon en moet een zeer verdienstelijk man zijn geweest. In 1780 werd door hem ontslag verzocht, wat hem vanwege zijn uitstekenden diensten vooralsnog niet werd verleend. Bij zijn aankomst in de hoofdplaats Ambon, op 8 maart 1775, was de stad fraai versierd en geillumineerd. Toen het bekend werd, dat de Hoge Regering hem verzocht had om aan te blijven en dat hij aan dit verzoek gehoor had gegeven, heerste er algemene vreugde in het land, wat zich uitte in grote feestelijkheden. Hij werd benoemd tot Admiraal en Veldoverste in 1784. Hoewel deze benoeming een onderscheiding was die slechts zelden werd verleend, rijst toch de vraag, waarom hij niet, zoals zoveel andere verdienstelijke gouverneurs tot Raad van Indië is benoemd. Vermoedelijk omdat toen deze positie niet vacant was.
Van Pleuren was geboren in Amsterdam en op 7 juni 1753 met de Vlietlust in Indië aangekomen voor de Kamer van Amsterdam. Spoedig werd hij Onderkoopman en Gezworen Overdrager, Koopman en Boekhouder van het Ambachtskwartier, Vaandrig van de Casteelspennisten (1761). Daarna volgde zijn benoeming tot Secretaris van Makasser en Opperkoopman (1763).
Doortastend en energiek, was hij tevens wetenschappelijk aangelegd, bevorderde de bloei van Ambon zoveel als in zijn vermogen was, getuige zijn nagelaten Memorie, een lijvig boekdeel, waarin hij eigenhandig met veel toewijding en zorg zijn gouvernement beschrijft, een uitstekende bron voor de kennis van het land in zijn tijd. Zo loofde hij ook een prijs van 100 ducaten uit voor een prijsvraag, uitgeschreven door het Bataviaasch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen.
Uiteindelijk kon hij in 1785 vertrekken, zeer betreurd door alle lagen van de bevolking. Onder zijn langdurig bewind kwamen vooral veel bouwwerken tot stand, zoals kerken, forten en huizen, die blijkens hun inscripties onder zijn bestuur werden gebouwd.

Gouverneur van Pleuren is twee keer getrouwd geweest. In 1758, toen hij nog „Ordinaris Clerq ter generale Secretarye" was, met een Amsterdams meisje, Anna de Wijs, mogelijk de dochter van Adriaan de Wijs, later Raad-extra-ordinair van Indië. en zijn eerste vrouw Anna Sixti.
Zijn tweede vrouw was Johanna Suzanna Penet, weduwe van oud-schepen Jan Hendrik du Caylar. Na haar dood trouwde hij in 1766, „Oppercoopman en Geëligeert hoofdadministrateur van Macasser" geworden, met Elisabeth van Rhijn, afkomstig van Padang, hoogstwaarschijnlijk de dochter van Willem van Rhijn, die in 1764 Boekhouder en Secunde van Poulo Chinco op Sumatra's Westkust was. Van zijn kinderen is alleen bekend Aletta Jacoba, die te Amsterdam huwde met Jacob de Flines, Secretaris bij het Hof van Holland. Spoedig nadat hij was afgetreden, stierf hij in 1786 in Batavia, na een welbesteed leven en een weldadig bestuur.

Bron

[1] Wall, V.I. van de, 1928. De Nederlandsche oudheden in de Molukken. - 's-Gravenhage: Martinus Nijhoff, 1928. - 311 pp., [nl]