Jacob Lobs
overleden: 2 november 1688 in Batavia
Functies bij de Compagnie
• Commandeur van Malabar: maart 1677 tot november 1678 • Landvoogd van Ternaten: 2 september 1682 tot 1 juni 1686 • Commissaris in Westkust van Sumatra: 9 juni 1687 tot 21 september 1688
Biografie
Jacob Lobs kwam eind 1675 als commandeur van de vloot uit patria op Ceylon aan in de functie van commissaris. Op 17 augustus 1676 werd hij benoemd tot Commandeur van Malabar in Cochin, wat hij tot eind 1678 bleef. Op 7 november 1679 werd hij ter assistentie van Robbert Padtbrugge naar Ternate gezonden. Op 30 januari 1682 werd Lobs benoemd tot gouverneur van Ternate en commissaris over de drie oosterse provinciën (Ambon, Banda en Ternate) en kwam hij op 23 juni d.a.v. in Ternate aan. Van 2 september 1682 tot juni 1686 was Lobs gouverneur van de Molukken. Gedurende zijn bestuur aldaar werd Ternate, volgens een met de Sultan op 7 ]uli 1683 gesloten contract in Batavia, een leen van de Oostindische Compagnie. 1 juni 1686 werd hij vervangen als gouverneur en vertrok hij met zijn zoon - volgens Valentijn - over Ambon naar Batavia.
Op 21 januari 1687 werd Jacob Lobs benoemd tot gouverneur van Amboina maar hij nam dit ambt niet aan en kreeg verlossing naar patria op 22 januari 1687. Toch volgde op 9 juni 1687 nog zijn benoeming als commissaris van de Westkust van Sumatra, maar op 21 september 1688 werd zijn terugkeer naar Batavia geaccordeerd.
Jacob Lobs overleed op 2 november 1688 in Batavia; zijn wapen hing in 1781 nog in de Portugeesche kerk in Batavia. Uit zijn testament blijkt dat hij een broer Pieter Lobs in Medemblik had en twee dochters, namelijk Maria gehuwd met Martinus van Ingen en de andere gehuwd met Cornelis (van) Mierop.
Bronnen
[1] RGP-GS134, 1971. Generale Missiven van Gouverneurs-Generaal en Raden aan Heeren XVII der Verenigde Oostindische Compagnie : Deel IV: 1675-1685. - Den Haag: Martinus Nijhoff, 1971. - 893 p., [nl]
[2] Wijnaendts van Resandt, W., 1944. De gezaghebbers der Oost-indische Compagnie op hare buiten-comptoiren in Azië. - Amsterdam: Uitgeverij Liebaert, 1944. - 316 p., [nl]