Anthony Abraham Werndly

geboren: in Amsterdam; overleden: februari 1783 in Malakka

Functies bij de Compagnie

• Opperhoofd van Siam: 1761 tot 1765
• Fiscaal en kassier in Malakka: 1767 tot 1768
• Secunde van Malakka: 1775 tot februari 1783

Biografie

Anthony Abraham Werndly was in 1744 met het schip de Heuvel als soldaat voor de Kamer van Amsterdam in Indië gekomen. Hij werd bij de civiele dienst aangenomen in 1745 als leerling aan de penne. In 1756 was hij boekhouder en werd 30 april van dat jaar bevorderd tot onderkoopman en fiscaal van de Chinese handel. In 1756 was hij buiten emplooi in Batavia. Op 6 september 1757 als carga naar Trenggano; op 6 april 1759 werd hij 1e carga daarvan. Op 17 juni 1761 werd hij bevorderd tot onderkoopman en aangesteld als resident van Siam tot het comptoir daar in 1762 werd opgebroken. Op 2 december 1766 werd hij fiscaal en kassier in Malakka in de rang van koopman; dat werd uit Nederland als zodanig bevestigd op 8 juni 1768. In 1769 was hij buiten emplooi in Batavia. Hij werd secunde in Malakka en voorgedragen als opperkoopman op 18 april 1775; bij brief uit het vaderland d.d. 12 november 1776 werd dat bevestigd (Ind. res. van 13 april 1777). In die functie is hij in Malacca overleden in februari 1783.

Als opperkoopman, hoofd-administrateur en secunde in Malakka testeerde hij op 18 februari 1783 voor de eerste gezworen klerk van Malakka; hij legateert daarin aan zijn neef Gualterus Petrus van Rossen, assistent, die bij hem inwoont, zijn kleren, benoemt tot erfgenamen van zijn gage zijn zuster Jasomina Werndly, weduwe van George van Rossen, raad van het graafschap Lingen, wonende in Franeker, en zijn broer Jan Adriaan Werndly in Groningen; zijn universele erfgenamen zullen zijn twee geadopteerde zonen zijn.

Volgens de Landmonsterrollen was hij in Amsterdam geboren.

Bron

[1] Wijnaendts van Resandt, W., 1944. De gezaghebbers der Oost-indische Compagnie op hare buiten-comptoiren in Azië. - Amsterdam: Uitgeverij Liebaert, 1944. - 316 p., [nl]