Jacob Jorisz. Pits
overleden: 1689 in Batavia
Functies bij de Compagnie
• Onderkoopman in Malakka: 1663 • Opperhoofd van Palembang: 1665 • Commissaris in Palembang, Djambi en Indragiri: 1666 • Commandeur en opperhoofd in Westkust van Sumatra (Padang): 1666 tot 1677 • Gouverneur van Malakka: 1677 • Raad extra-ordinair van Indië: 8 april 1678 • Gouverneur van Coromandel: 1681 tot 1686 • Raad ordinaris van Indië in Batavia: 1687 • Commissaris in Bantam: 1687
Biografie
Jacob Jorissen Pits was in 1643 naar Oost-Indië gekomen. Hij doorliep de lagere rangen van de Compagnie. In 1663 was hij onderkoopman in Malakka. In 1665 werd hij bevorderd tot koopman en benoemd tot opperhoofd van Palembang. Op 6 juli 1666 wordt hij benoemd tot commissaris en gaat voor een visitatie van Palembang, Djambi en Indragiri. Op 10 augustus 1666 wordt hij benoemd tot commandeur en opperhoofd van Sumatra's Westkust in Padang. Vele jaren bleef hij daar, totdat hij op 27 augustus 1677 benoemd werd tot gouverneur van Malakka. Op 8 april 1678 werd hij benoemd tot Raad extra-ordinair van Indië. Hij wordt 15 oktober 1680 commissaris en gaat naar Bengalen en Coromandel, tevens om op de Coromandelkust als directeur op te treden. Hij is begin 1687 weer terug in Batavia en wordt 13 oktober van dat jaar commissaris en gaat naar het Hof in Bantam om Pangeran Diepo Ningrat voor te stellen als voogd van de zoon van de overleden Koning van Bantam, gedurende de minderjarigheid van de jongen en te zorgen voor de uitvoering van de laatste wil van de overledene. Hij vertrekt daarheen als Raad van Indië met commandeur Jacob Couper (Cooper) en twee leden van de regering. Jacob Jorissen Pits overleed in Batavia in 1689.
Bron
[1] Wijnaendts van Resandt, W., 1944. De gezaghebbers der Oost-indische Compagnie op hare buiten-comptoiren in Azië. - Amsterdam: Uitgeverij Liebaert, 1944. - 316 p., [nl]