Westerveld (1674)
(ook Westervelt)
Kenmerken
Kenmerken
Scheepstype | fluitschip |
Bouw | op een werf in Amsterdam, aangekocht door de Kamer van Amsterdam |
Gebruik | in gebruik bij de VOC vanaf 1675 tot 23/09/1679 (vergaan, Ganges) |
Laadvermogen | 250 last (500 ton) |
Bemanning | 100 koppen |
Beschrijving
Beschrijving
Gekocht in 1674/5. In de winter van 1674/75 en het daarop volgende voorjaar werden door de VOC drie fluitschepen gebouwd, vijf gekocht, waaronder de Westerveld, en twee katschepen gehuurd. De Westerveld is vergaan op de Ganges in Bengalen op 23 september 1679. Dit bericht bereikte Batavia op 15 december 1679 [DRB 15/12/1679]. De relaas van het vergaan wordt vermeld in het Dagh-register van Kasteel Batavia van 6 februari 1680 [DRB 6/2/1680] en luidt als volgt:
"6 do. Den schipper Mourits Jacobse van Eyck, op gisteren uyt Bengalen hier met de fluyt Soesdyck opgekomen, komt desen voormiddagh binnen by Syn Edht. de Heere Gouverneur Generael, overleverende seeker relaes wegens het verongelucken van syn ondergehadhebbende fluytschip Westervelt op den 23en September des voorleden jaars op de hoeck Oudegyns in de rivier d'Ganges, daar het vastgeraakt en met 't aflopen van 't water aenstonts geborsten en vergaan was, behelsende 't selve relaasje een verclaringe wegens de vorige slegte gestalte van dien bodem, door gemelte schipper opgestelt en tot zyn verschoningh ingegeven, gelyck sulcx hieronder nader zy te leesen.
Relaas van de bevindinge van de verongeluckte fluyt Westervelt in de maant September 1679 in de rivier van Bengalen, naedat de lootsen in het schip en om hetselve boven te brengen al ... dagen geweest waren.
Alsoo wy op den 23en September zyn vastgeraackt op de hoeck van Oudegyns en de revier de Ganges en nevens ons noch twee andere schepen, namentlyck Sparwouw en Buuren, en dat de twee laestgenoemde bodems sonder schade God loff daar syn van gecomen, en wy God betert seer
onverwaght ons schip hebben verlooren, soo is myn plight geweest om naar d'oorsaeck van 't selve ongeval neerstigh te vernemen ende sulcx bevonden als volght: dat het schip boven van greynehout was en 't bovenschip seer swack, en daarenboven de balcken in 't ruym van buyten (soo 't scheen) wel goet, maar wanneer 't schip wat op zy begon te leggen, soo slegt gestelt, dat in sulck geval het bovenschip geheel over zy sackte, want de balcken in de wegerings vergaen synde en konden 't bovenschip geen styffte geven of doen hebben, en de kniën, daar de balcken mede geslooten waren, braken tot seven toe van malkanderen aff, want sy sulcken swaarte van 't geheele boovenschip niet konde verdragen, en door dit schielyck overvallen van het geheele boovenschip quam het onderschip nae weynigh vastsittens wel op 8 á meer plaatsen van malkander te bersten, soodat wy met 1/2 vallent water ons schip al quyt waren, hoewel de andere twee scheepen al soo periculeus vastsaten als wy; daerom ick soude oordeelen en vaststellen, indien 't een schip ware geweest dat by d'E. Compe. was getimmert, wy soowel als de twee andere bovengemelte bodems sonder merckelycke schade daar offgecomen en het schip gesalveert souden hebben, 't gunt is myne opregte eenvoudige verklaringe en gevoelen na myn beste geweten over 't verlies van voornoemde fluyt Westervelt, sonder dat tot behoudenisse van dien volgens de kennisse van andere scheepsofficieren, die doenmaels ontrent ons zyn present geweest, yets meer als er geschiet sy soude hebben konnen gedaen off toegebragt geweest zyn.
Actum aldus verclaart en aan Haar Eds. tot Battavia overgelevert den 6 Februarius 1680.
(Onder stont en was getekent:)
MOURITS JACOBSE EYCK.
Reizen
Reisgegevens
vertrek op | van | naar | aankomst op | kamer | schipper | |
![]() |
18/05/1675 | Texel | Batavia | 19/01/1676 | Amsterdam | |
over:
|
||||||
![]() |
22/02/1676 | Batavia | Banda Neira | 1676 | ||
![]() |
1676 | Amboina | Batavia | 09/06/1676 | ||
Samen met de Huis te Kleef en Duinvliet. Met "een kostelijk nagelretour". | ||||||
![]() |
18/08/1676 | Batavia | Bengalen | 1676 | ||
De vloot bestond uit de Wapen van Middelburg, Grave, Buren, Pijnacker, Uitdam, Zwanenburg, Westerveld en Duinvliet onder commandeur Pieter Wiltvanck. | ||||||
![]() |
1677 | Bengalen | Batavia | 19/07/1677 | ||
over:
|
||||||
![]() |
16/08/1677 | Batavia | Arakan | 1677 | ||
![]() |
1678 | Arakan | Batavia | 15/04/1678 | ||
![]() |
08/09/1678 | Batavia | Arakan | 1678 | ||
![]() |
Arakan | Batavia | 21/01/1679 | |||
![]() |
22/02/1679 | Batavia | Banda Neira | 1679 | ||
Samen met de Buren en Gooiland voor Banda en de Spanbroek en Gele Beer voor Amboina. | ||||||
![]() |
1679 | Banda Neira | Batavia | 01/07/1679 | ||
over:
|
||||||
Zonder lading. | ||||||
![]() |
11/08/1679 | Batavia | Bengalen | 1679 | ||
De vloot bestond uit de fluiten Zwanenburg, Landman, Westerveld, Pijnacker, Sparwoude, Buren, Sint Janskerke, Strijen, Spanbroek en Soestdijk. |
Bronnen
Bronnen
• Haan, F. de (ed.), 1907. Dagh-Register gehouden int Casteel Batavia vant passerende daer ter plaetse als over geheel Nederlandts-India Anno 1678. - Batavia: Landsdrukkerij, 1907. - 818 p., [nl]
• Ketting, Herman, 2006. Fluitschepen voor de VOC : balanceren tussen oncostelijckheijt en duursaemheijt. - Zaltbommel: Uitgeverij Aprilis, 2006. - 144 p., [nl] - 90-5994-141-1
• Lohanda, Mona, en Hendrik E. Niemeijer, 2013. Marginalia to the Daily Journals of Batavia Castle (1659-1799) : A digitized contemporary chronological entry to archives of the Dutch East India Company (VOC). - Jakarta: Arsip National Republik Indonesia / The Corts Foundation, 2013. [nl] - NB: niet meer online)
• NA-1.11.01.01-551, [s.a]. Lijst van alle zoodanige Schepen in soorten als bij de Generale Oostindische Compagnie
zijn gemaekt oft gekocht als gehuurt alsmede waer oft de zelfde zijn agter gebleven ofte verongelukt als genoomen en verbrand, vermist of afgelegt. - [s.a]. - 228 folio's, [nl] - Nationaal Archief, 1.11.01.01 inv.nr. 551 Aanwinsten eerste afd. 1891, 19E
• RGP-GS166, 1979. Dutch-Asiatic Shipping in the 17th and 18th centuries, Volume II, Outward-bound voyages from the Netherlands to Asia and the Cape (1595-1794). - Den Haag: Martinus Nijhoff, 1979. - 765 p., [en] - ISBN 90-247-2270-5