Zwartsluis (1674)
(ook Swartsluys en Swarte Sluys)

Kenmerken

Kenmerken

Scheepstypefluitschip
Bouw op een werf in Amsterdam, aangekocht door de Kamer van Amsterdam
Gebruikin gebruik bij de VOC vanaf 1675 tot 21/01/1680 (vergaan, Orixa, Coromandelkust)
Laadvermogen250 last (500 ton)
Bemanning100 koppen

Beschrijving

Beschrijving

Gekocht 1674/1675.
De Zwartsluis is, op weg van Arrakan via Bimelapatnam naar Palleacatta, op 21 januari 1680 door een fout op de kaart op de klip voor Cannara (Cannaka, Coenare?), die drie en een halve mijl uit de kust ligt, op de kust van Orixa (Orissa) verzeild en met 176 last rijst vergaan. De hele bemanning en het rondhout is dankzij het mooie weer de volgende dag aan land gekomen en naar Bimelapatnam gebracht. De verklaring van schipper Willem Krygsman is weergegeven in Dagh-register Batavia dd 16 mei 1680. Hier volgt de betreffende passage uit het Dagregister.

"de fluyt Swartsluys, uyt Arrakan over Bimelapatnam naar Palleacatta versonden gestevent, was op den 21en January passado door een abusive aenwysing van de keert op de klip voor Cannara, leggende 3½ mylen buyten de wal, op de cust van Orexa verseylt en met 176 lasten rys verongeluckt, zynde al het volck en rondhout, alsoo het moy weer was, geborgen en tot Bimelepatnam opgebragt, wesende dierwegen door den schipper Willem Krygsman en de andere opperhoofden een verklaringh belegt, waaruyt de hoedanigheyt van 't blyven van dien bodem omstandigh kan werden beoogt, luydende aldus :

Compareerde voor my Juriaan Heere, boeckhouder in dienst der E. Compe., jegenwoordigh bescheyden op het fluytschip Swartsluys, de ondergenoemde getuygen, dewelke ten versoeke van den schipper Willem Isbrantsen Krygsman en opperstierman Pieter Heemskerck en onderdo. Hendrick van Steden en derdewaeck Pieter Pieterse, allesamen bescheyden op de voornoemde bodem, verklaarde:

dat op den 20en January 1680 peylden met sonne-ondergangh de hoeck van Harlingapatnam Noorde ten Westen by gissinge 2½ myl van ons op de diepte van 25 vadem steckgront; hadden het luchje oostelyck en quamen nae verloop van 2 glaasen in de eerste wagt ten ancker op 22 vademen steckgront, vermits het stil wiert en niet meer conden advanceren; hadden de wint 's nags noordelyck met labberkoelte.
Den 21e do. 's morgens met sonnenopgank peylden de hoeck van Carlingapatnam Noord á 5 myl en 't hooge land van Coenare West ten Zuyden 8 myl by gissinge van ons, hadden d'wint noorderlyck met een kleen luchje, lichten ons ancker en gingen onderzeyl, stelden onse koers Westzuydwest, waarop ontrent drie mylen zeylden en alswanneer op 15 vaden sandgrond quamen, stelden alsdoen de coers Z. Z. West om versekert te weesen buyten het riff om te loopen, en gebruyckten sonder eenigsints te vertoeven het dieploot, doch een halff glas by de Z. Z. Weste coers gezeylt zynde, wert het loot op 15 vadem opgehaeld; zaten terstond op het riff vast met vallend water, waarop wy alle behulpsame middelen aanwenden om met het schip vlot te raken. Aengesien wy dan sagen hoe dit werck geschapen was, bragten alle de anckers en werps voor en agter om alsoo het schip van het droge aff te wenden, doch alsoo de wint uyt den Zuydoosten verheffen hand over hand, soodat er verscheyde anckers aen stucken braken. Hierop niet vertoeft, bragten een swaar ancker agteruyt, maar alsoo de zee hol aenschoot konde deselve geen voordeel bybrengen. Bevonden alsdan met het laagste water 15 voet zand met vlacke klippen, maar ter contrarie met het wassende water begon het schip seer swaarlyck te stooten en wies drie voet boven het onderste dek op zyn hooghste. Peylden alsdoen de hoeck van Sikakol [nu Srikakulam, red.] Noorden ten Oosten en het hooge land van Canare West wel soo zuydelyck van ons, en waren alsdoen by gissinge 4 myl buyten de wal. Den 22 deser de wind alsvooren vielen de groote masten overboord en scheyden het schip van malcanderen; waeren alsdoen genootsaeckt op dusdanige wyse God beter 't namiddagh het schip te verlaaten.
Alle 't welcke zy voorn. attestanten verklaren de opregte en cinsere waarheyt te syn, willende hetselve des nodig en daartoe versogt zynde met eede bevestigen.

Aldus gedaen in 't fluytschip Swartsluys ady 22 January 1680.
(Was geteekent:)
Jan Willemse hoogbootsman, Andries Danielsen constapel, 't merck van Dirck Huyberthen van der Goes schieman, 't merck van Hendrick Vermeeren quartiermeester, Jan van Hecke bottelier, Pieter Lourensze constapelsmaet.
(Terzyde stont:)
My present
JURRIAEN HEERE.
(Lager:)
Accordeert.
Masulipatnam den 16 Maart anno 1680.
(En was geteekent:) THEUNIS CARSTENSE, Eerste clercq."

Reizen

Reisgegevens

  vertrek op van naar aankomst op kamer schipper
24/01/1675 Texel Batavia 30/10/1675 Amsterdam Klaas Pietersz
 

over:
• Kaap de Goede Hoop; aankomst 26/06/1675, vertrek 07/07/1675

29/12/1675 Batavia Banda Neira 1676
 Samen met de Japan.
1676 Banda Neira Batavia 11/07/1676
 

over:
• Bima

 Samen met de Damiate.
20/08/1676 Batavia Siam 1676
 Samen met de Damiate en Oosterblokker. Met aan boord van één van de schepen Dirk de Jongh.
1676 Siam Batavia 16/12/1676
24/02/1677 Batavia Amboina 1677
1677 Amboina Batavia 21/10/1677
 

over:
• Japara

1677 Amboina Batavia 12/01/1678
1678 Amboina Batavia 23/06/1678
24/07/1678 Batavia Coromandelkust 1678
 

over:
• Baai van Nielwelle (Zuidkust Ceylon)

1679 Coromandelkust Batavia 22/05/1679
 Met een brief uit Masulipatnam.
24/08/1679 Batavia Arakan 1679
 Samen met de Oostblokker en Rammekens.
Arakan (Paleacatta) 21/01/1680
 

over:
• Bimelapatnam

Bronnen

Bronnen

• Haan, F. de (ed.), 1912. Dagh-Register gehouden int Casteel Batavia vant passerende daer ter plaetse als over geheel Nederlandts-India Anno 1680. - Batavia/Den Haag: Landsdrukkerij / Martinus Nijhoff, 1912. [nl]
• Lohanda, Mona, en Hendrik E. Niemeijer, 2013. Marginalia to the Daily Journals of Batavia Castle (1659-1799) : A digitized contemporary chronological entry to archives of the Dutch East India Company (VOC). - Jakarta: Arsip National Republik Indonesia / The Corts Foundation, 2013. [nl] - NB: niet meer online)
• NA-1.11.01.01-551, [s.a]. Lijst van alle zoodanige Schepen in soorten als bij de Generale Oostindische Compagnie zijn gemaekt oft gekocht als gehuurt alsmede waer oft de zelfde zijn agter gebleven ofte verongelukt als genoomen en verbrand, vermist of afgelegt. - [s.a]. - 228 folio's, [nl] - Nationaal Archief, 1.11.01.01 inv.nr. 551 Aanwinsten eerste afd. 1891, 19E
• RGP-GS166, 1979. Dutch-Asiatic Shipping in the 17th and 18th centuries, Volume II, Outward-bound voyages from the Netherlands to Asia and the Cape (1595-1794). - Den Haag: Martinus Nijhoff, 1979. - 765 p., [en] - ISBN 90-247-2270-5