Woordenlijst - Personeel en organisatie

Maandbrief
een door de VOC medewerker ondertekende brief waarin was vastgelegd dat meestal drie maandlonen per jaar konden worden uitbetaald aan echtgenote, kinderen of één van de ouders. De maandbrief was op naam gesteld en niet overdraagbaar of verhandelbaar. Zie ook schuldbrief.
Trompetter
kerntaak van de trompetter was signalen bij het wisselen van de wacht. Deze dienaren worden tot de militairen gerekend. Ook de tamboer werd hiervoor ingezet.
last
gewichtseenheid voor het laadvermogen; 1 last is gelijk aan 4000 Amsterdamse ponden ofwel circa 1976 kilogram.
1 last = L x W x H (in Amsterdamse voet) / scheepstypefaktor
Gemakshalve is 1 last = 2 metrische ton.
In de 17e eeuw was 1 last 1250 kg.
Tamboer
militair met in principe dezelfde functie als de trompetter. Die functie was signalen geven bij het wisselen van de wacht. Het enige verschil met de trompetter lijkt het signaalinstrument te zijn.
onderlegger
logement- of slaapschip, bestemd voor ambtenaren en werklieden op de rede van Batavia die niet aan de wal konden eten en overnachten. Het was oorspronkelijk niet hetzelfde als de uitlegger of het wachtschip dat voor bewaking van de rede diende, maar beide functies zijn later gecombineerd.
Virtel
ook vierendeeltje: oorspr. naam voor een kleine boterton. Een okshoofd van 30 virtels. Zie ook achtendeeltje.
achtendeeltje
botervaatje, het achtste deel van een gewone boterton. Men had ook vierendeeltjes. Zie ook virtel.
okshoofd
als eenheid voor de inhoudsmaat gold de mengelen (of mingelen), een andere naam voor kruik, ongeveer 1,2 liter, en die was weer onderverdeeld in 8 mutsjes. een pint = 4 mutsjes = 0,6 l. een stoop = 2 mingelen = 2,4 l. een halfaam = 64 mingelen = 76,8 l. een aam = 128 mingelen = 153,6 l. een okshoofd = 1 1 / 2 aam = 230,4 l. een toelast = 4 aam = 614,4 l. Kleine glaasjes heetten pimpeltjes en waren niet steeds even groot; voor medicijnen, limoensap — tegen de scheurbuik e.d. gebruikte men pimpeltjes, waarvan er acht in een mutsje gaan. De inhoud van een pimpel was dus ruim 1,8 cl. Als eenheid voor granen, rijst e.d. diende de schepel = 27,814 l. Bahar, of baar: Inlandsche inhoudsmaat, bevattende plm. 500 Amsterdamsche pond specerijen; het gewicht was afhankelijk van het soortelijke gewicht.
duimen
lengtemaat, eentiende of eenelfde deel van een voet.
1 Nederlandse duim = 1 cm (19de eeuw)
1 Amsterdamse duim = 2,547 cm
1 Engelse duim (inch) = 2,54 cm
palmen
maat voor de diameter van rondhout.
Burger
vrijburger, persoon niet in dienst van de Compagnie, die zich met toestemming van de Compagnie vestigde op Compagnies-grondgebied, meestal ex-dienaren; in de 19de eeuw ook: afstammelingen van deze vrijburgers, in het bijzonder 'Dutch Burghers'. Zij bezaten soms eigen schepen om zelf handel te drijven. In meervoud ook vrijlieden genoemd.
Burger
vrijburger, persoon niet in dienst van de Compagnie, die zich met toestemming van de Compagnie vestigde op Compagnies-grondgebied, meestal ex-dienaren; in de 19de eeuw ook: afstammelingen van deze vrijburgers, in het bijzonder 'Dutch Burghers'. Zij bezaten soms eigen schepen om zelf handel te drijven. In meervoud ook vrijlieden genoemd.
schuitzilver zilver uit Japan ingevoerd, gegoten in de vorm van schuitjes, met een waarde van ca 15 gulden.
schuldbrief ook Obligatie, Transportbrief, Transportceel of Vaderlandse schuld. Schuldbekentenis aan toonder; overdraagbaar. Schuldbrieven werden vaak verleend aan de zgn. volkhouders die VOC-personeel ronselden. In 1786 afgeschaft; de volkhouders kregen vanaf dat moment een premie van 55 of 60 gulden. Zie ook: Maandbrief.
seinbrief ook Seynbrief. Schriftelijke instructies die de schipper van hogerhand meekreeg voordat hij aan een reis begon.
sergeant onderofficier. Bij de VOC hadden ze meestal het bevel over de militairen aan boord
sjahbandar ook sabandaar. Havenmeester, letterlijk havenkoning. Belangrijke functie in Indische havensteden, al voor de komst van de Europeanen. Ook aangesteld door de VOC.
soldaat laagste militaire rang. De militairen voerden aan boord geen taken uit behalve in uitzonderlijke situaties. Het schip bracht de militairen naar de VOC-gebieden. De soldaten verbleven meestal tussendeks, maar zij hielden ook de wacht bij het watervat, de konstabelskamer en bij de hut van de schipper. Ook werden ze ingezet voor zware taken aan boord zoals het ophalen van de ankers met behulp van de grote spil en het voorttrekken van het schip aan het anker.
spietoren ook Schilderhuisje. Wachthuisje ter beschutting van schildwachten; bij forten vaak op de hoeken van bastions.
statuten van Batavia verzameling van verordeningen, instructies en andere rechtsvoorschriften die door de Hoge Regering in Batavia uitgevaardigd zijn of door haar uit Patria ontvangen zijn. Er zijn twee versies: de zgn. Oude Statuten, in 1642 onder gouverneur-generaal Van Diemen uitgevaardigd, en de zgn. Nieuwe Statuten, in 1766 onder gouverneur-generaal Van der Parra uitgevaardigd.
steenstuk gietijzeren kanon waarmee stenen kogels of schroot wordt afgeschoten.
supercarga iemand die toezicht houdt op de lading (carga) en verantwoordelijk is voor de verkoop van de lading.
tael Chinese munteenheid; ca 40 gram zilver waard
tamboer militair met in principe dezelfde functie als de trompetter. Die functie was signalen geven bij het wisselen van de wacht. Het enige verschil met de trompetter lijkt het signaalinstrument te zijn. Zie ook: Trompetter.
tap metalen klos aan weerszijden van een kanon waarmee dit in het rolpaard lag.
ton gewichtseenheid ter grootte van een halve last.
trae naam voor een paspoort of licentiebrief in Siam
trompetter kerntaak van de trompetter was signalen bij het wisselen van de wacht. Deze dienaren worden tot de militairen gerekend. Ook de tamboer werd hiervoor ingezet. Zie ook: Tamboer.
uitlegger wachtschip dat voor bewaking van de rede van Batavia diende. Het was oorspronkelijk niet hetzelfde als de onderlegger die als logementschip op de rede lag, maar beide functies zijn later gecombineerd.
vaandrig de vaandrig was de laagste militaire officierenrang, maar dus wel een hogere rang dan de sergeant en korporaal die onderofficieren waren.
veldstuk stuk geschut op een affuit, waarmee kogels van 9-12 pond werden afgeschoten. Materiaal voor het voeren van een landoorlog werd vanuit Nederland op de schepen meegenomen.
vierendeeltje zie Virtel.
virtel ook vierendeeltje: oorspr. naam voor een kleine boterton. Een okshoofd van 30 virtels. Zie ook achtendeeltje.
visitateur-generaal was belast met de controle op de boekhouding. Hij moest ook de zgn. Consumptie-rekeningen (proviandering bijgehouden door de schipper tijdens de reis) controleren.
voet lengtemaat:
1 Amsterdamse voet = 0,2831 m
1 Rijnlandse voet = 0,3139 m
1 Engelse voet = 0,3048 m
De Amsterdamse voet is verdeeld in 11 duim. De voet werd ook wel verdeeld in palmen. Deze laatste eenheid werd gebruikt om de diameter van rondhout voor masten en ra's aan te geven.
vrijburger zie Burger
vrijlieden zie Burger
wanladen zonder lading van handelswaarde, in ballast geladen
waterfiscaal functionaris die belast was met het opsporen en vervolgen van strafbare feiten begaan op schepen en in een bepaald zeegebied (een soort officier van justitie).
waterverplaatsing de door het gewicht van schip, uitrusting en lading verplaatste hoeveelheid water; in de loop van de 19de eeuw gangbaar geworden aanduiding van de scheepsgrootte, waarbij 1 kubieke meter verplaatst water = 1000 kg = 1 ton.
4
 

Als basis voor de woordenlijsten hebben onderstaande bronnen gediend:
- Brug, P.H. van der, 1994. - Malaria en malaise : de VOC in Batavia in de achttiende eeuw.
- Haalmeijer, H. en Vuik, D., 2002. - Fluiten, katten en fregatten - de schepen van de Verenigde Oost-Indische Compagnie, 1602-1798.
- Kamer, H.N., 1995. - Het VOC-retourschip : een panorama van de 17de- en 18e-eeuwse Nederlandse scheepsbouw.
- Stapel, F.W., 1927 - Pieter van Dam's beschrijvinghe van de Oostindische Compagnie, eerste boek, deel 1.
- Wagenaar, L., 1994. - Galle, VOC-vestiging in Ceylon.